Het retabel als beeldverhaal

In samenwerking met Illuminare, het aan de KU Leuven verbonden Studiecentrum voor Middeleeuwse Kunst, voltooide het RKD onlangs het project Digitaal Corpus Vlaamse Retabels. Een genereuze gift van Natuurbehoud Pater David VZW stelde Illuminare en het RKD in staat om beelddocumentatie van alle bewaard gebleven Zuid-Nederlandse retabels, bijeengebracht door drie vooraanstaande sculptuurspecialisten, in de database RKDimages te ontsluiten. Zo kan iedereen met belangstelling voor retabels kennisnemen van dit waardevolle materiaal. Maar vanuit welke gedachte gaf men in de late Middeleeuwen opdracht tot het vervaardigen van een retabel? We lichten het toe aan de hand van het indrukwekkende retabel van Ambièrle.

Pour fair à Dieu present

Halverwege de vijftiende eeuw liet de Bourgondische edelman Michel de Chaugy een retabel vervaardigen in Brussel. Het was bestemd voor het altaar van de abdijkapel van Ambièrle (Frankrijk) en werd geschonken, zoals het opschrift luidt, ‘…pour fair à Dieu present…’ (‘…om God aanwezig te maken…’). Een wat cryptische tekst die enige toelichting vereist. Daarom eerst een korte schets van het theologische debat rondom het gebruik van beelden in de kerk en het religieuze klimaat waarin het retabel werd gemaakt.
Een afbeelding was al lang niet meer alleen ‘de Schrift voor de ongeletterde’ zoals kerkvader Gregorius de Grote (ca. 540-604) had gesteld. Beelden of afbeeldingen werden al vanaf het vroege christendom vereerd – hoewel deze praktijk hevig werd bediscussieerd. Portretmatige beelden riepen de herinnering aan Christus en de heiligen op. Thomas van Aquino (ca. 1225-1274) meende bovendien dat het gebruik van beelden noodzakelijk was om een gevoel van vroomheid op te wekken. Naar zijn mening werd godsvrucht eerder gestimuleerd door het zien van beelden dan door het horen van woorden.

Moderne Devotie

In het tweede kwart van de vijftiende eeuw werd daar nog een schepje bovenop gedaan door Thomas à Kempis (ca. 1380-1471). Hij spoorde gelovigen aan zich de geluiden, geuren en beelden van de Bijbelverhalen voor te stellen. Thomas à Kempis was een van de belangrijkste figuren binnen de Moderne Devotie, een spirituele beweging die een behoorlijke invloed had op het religieuze leven en denken in Europa. Hun belangrijkste boodschap was dat elk individu verantwoordelijk was voor zijn eigen spirituele welzijn en zelf spiritueel contact met God kon zoeken, zonder bemiddeling van clerici. De beweging predikte een methode van diep persoonlijk geloof door het imiteren en contempleren van het leven van Christus. Daarvoor werden geïllustreerde getijdenboeken in de volkstaal gebruikt, die vooral in zwang raakten onder, en betaald konden worden door de adel en rijke burgers. Deze boeken werden bij voorkeur bestudeerd in een kapel, knielend op een prie Dieu, of bidstoel – precies zoals Michel de Chaugy zich op het rechterluik van het retabel heeft laten portretteren. Gebeden werden uitgesproken en het goddelijke ontsproot door het ‘lezen’ van het retabel, te vergelijken met het bladzijde voor bladzijde doornemen van een getijdenboek. De ware boodschap bevond zich binnen in het retabel, maar voor het volledig begrip ervan beginnen we bij de ‘kaft’, de buitenzijden van de luiken van het retabel.

afb. retabel gesloten

Elk paneel toont een geschilderde nis waarin, in de grisailletechniek, geschilderde beelden zijn geplaatst: boven de verkondiging aan Maria van de geboorte van Christus; beneden op zeshoekige sokkels de heiligen Anna, Catharina, Margaretha en Martinus. De illusionistische beelden werpen schaduwen in de ruimten waarin zij zich bevinden. Het trompe l’oeuil-effect wordt nog versterkt door de geschilderde marmerimitatie op de lijsten, waardoor de grens tussen de wereld van de kijker en het afgebeelde lijkt te vervagen.

(afbeelding van retabel, geopend)

Als we nu de luiken van het retabel openen, dan ontvouwt zich een landschap dat ongetwijfeld niet eens zo verschilt met dat het landschap waarin de kerk – de Saint-Martin d’Ambierle – is gesitueerd. Michel de Chaugy en zijn familie gaan ons voor in gebed. Op de binnenzijde van het linkerluik zijn Michels ouders, Guillemette de Montaigu en Jean de Chaugy, afgebeeld; Michel en zijn vrouw Laurette de Jaucourt zien we op het andere luik. Ze worden vergezeld door hun naamheiligen Willem van Maleval, Johannes de Doper, Michael en Laurentius. Over de bidstoelen zijn zacht fluwelen kleden gedrapeerd. Het gouddraad, waarmee de familiewapens zijn geborduurd, fonkelt en het licht weerkaatst op het koude metaal van de harnassen van Jean en Michel. Ieders blik is gericht op de kapelachtige ruimte voor hen. De toeschouwer volgt ongemerkt.

In zeven kernmomenten voltrekt zich het Passieverhaal dat is omlijst met verguld architecturaal houtsnijwerk. De scènes nodigen uit aandachtig te worden bekeken: de weergegeven details herinneren aan het geschreeuw in de chaos rondom Jezus’ gevangenneming, de pijn van de striemen van de zweep, de smaak van azijn aan de spons en de zoete geur van Maria’s zalf. Het is niet van belang dat bijvoorbeeld de kruisdraging niet is afgebeeld – de kijker herinnert zich het verhaal en vult het in, beleeft het als het ware. God openbaart zich.

Productiecentra, verspreiding en teloorgang

In de vijftiende en zestiende eeuw waren Brussel en Antwerpen de belangrijkste productiecentra voor deze vleugelretabels. Ze vonden gretig aftrek bij hen die het zich konden veroorloven en raakten verspreid over heel Europa. Retabels brachten het Bijbelse verleden in de tegenwoordige tijd door middel van herkenbare landschappen, contemporaine kleding en anekdotische details. Door religieuze onlusten, oorlog, brand, diefstal of verandering van smaak zijn in de loop der tijd veel retabels verloren gegaan of uit elkaar gehaald. Niet zelden werden de luiken verkocht door noodlijdende parochiekerken; slechts de scharnieren verraden dat ze er ooit aan hingen. Het Digitaal Corpus Vlaamse Retabels telt nog zo’n 370 retabels. Hoewel geen van deze retabels hetzelfde is, zullen ze met een vergelijkbare reden zijn opgericht: om dichter tot God te komen.

Digitaal Corpus Vlaamse Retabels

Gedurende vele jaren brachten Herman De Smedt (1927-2009), Jaap Leeuwenberg (1904- 1978) en Hans Nieuwdorp (1944) onafhankelijk van elkaar documentatie bijeen bestaande uit onder meer foto’s, aantekeningen, schetsjes en fotokopieën van relevante literatuur betreffende alle nog bewaard gebleven laatmiddeleeuwse retabels die in het hertogdom Brabant en het graafschap Vlaanderen waren vervaardigd. De documentatie van De Smedt en Leeuwenberg wordt bewaard bij het RKD, dat van Nieuwdorp bij Illuminare. De foto’s uit de drie verzamelingen zijn in de database RKDimages aangevuld met de laatste kunsthistorische stand van zaken.

Klik hier voor alle retabels in het Digitaal Corpus Vlaamse Retabels. Voor meer informatie over het project, zie de websites van het RKD en van Illuminare.